Mystiek mensbeeld

de 'waterval van bestaan'


schema mystiek mensbeeld



Dit is een (aangepast) schema dat ik tegenkwam bij lezingen van Rob Faesen. Volgens hem kun je deze opvatting over hoe een mens in elkaar steekt al bij Augustinus (4e eeuw) vinden. Ik gebruik het schema soms in mijn lezingen. 

 Belangrijkste idee is dat ieder wezen al een fundamentele eenheid met God heeft.  We 'hangen' in God die het basale bestaan voortdurend in ons stroomt: daarom zijn we er. Dat uiterste puntje van de mens heet 'geest' en is in essentie ontvankelijkheid. Sommige mystici zien dat puntje, of putje als hoogste onderdeel van de menselijke ziel, (al zijn mystici vaak weinig consequent in hun taalgebruik). Vanuit die fundamentele eenheid met God stromen de andere 'eenheden', die van onze ziel en ons lichaam. Al is het nog een hele weg om vanuit die eenheden te leven.

Ruusbroec, de beroemde Nederlandse mysticus uit de  14e eeuw, onderscheidt dan ook drie vormen van leven in ons bestaan: het Godschouwende, het innige of innerlijke, en het werkende leven.  Dat werkt hij uit in zijn boek: De geestelijke bruiloft. Hierin laat hij zien hoe God in elk van die dimensies aan ons werkt.


Links staan de corresponderende 'drie eenheden'. Als Gods ene leven alle aspecten van ons menszijn doorstroomt, dan verdwijnen de hokjes en vakjes waarmee wij het leven en onszelf onder controle willen houden - en ook de tegenstellingen die ons al te vaak verscheuren. De sleutel hiertoe is onze ontvankelijkheid voor God. Ontvangen we de impulsen voor ons leven vanuit de fundamentele eenheid met God in het diepst van ons wezen, of worden we vooral voortgedreven door de impulsen uit de wereld of ons eigen innerlijk? Werken wij mee met de genade van God die altijd aan ons werkt? En hoe doen we dat dan?


De Evangelische Peerle (door een anonieme schrijver, of schrijfster uit de 14e eeuw ) beschrijft dit alsvolgt:

'Zo bestaan die drie eenheden in de drie delen van de mens, waarin de drie soorten van leven voltooid worden dankzij onze Heer Jezus Christus. Nu moeten deze drie soorten van leven elk hun tooi krijgen in hun beoefening.

Het eerste leven en de hoogste eenheid is een gestaag en eenvoudig naar binnen keren: dan zinkt en daalt het eenvoudige wezen van de ziel in de goddelijke eenheid, het wordt vrij en onbelemmerd, en door het opperste goed omhelsd; het wordt getooid en gesterkt in een onaantastbare, eeuwige rust waar het vrij en onbewogen blijft tegenover zichzelf en alle laagste dingen; maar het krijgt als geschenk het wezen van alle deugd, dat God zelf is. Hier vordert God de ziel op met al haar vermogens en roept ze naar zijn goddelijke afgrond, die toch in haar is; in een handomdraai verzamelt Hij ook alle vermogens en zinnen, omsluit ze met de band van de liefde, trekt ze naar zich toe en doorstraalt ze.

Daaruit komt de tweede oefening voort. Het is het innerlijk werken van God, waar de H. Drievuldigheid werkzaam is in de drie hoogste vermogens en elke oefening van de mens fijner maakt; en Hij inspireert hem tot talloze handelwijzen en oefeningen, [88r] tot kennis van God en van hemzelf. Hij transformeert die [vermogens] onverdeeld in zich en doet ze door geloof, hoop en liefde in hem wonen.

Daaruit komt de derde oefening voort, in de laagste eenheid. Het is een inwerking en een gestaag voortstuwen en streven om de naakte, gekruisigde Jezus na te volgen in alle geduldige lijdzaamheid, in ootmoed, gehoorzaamheid en verlatenheid, en in alle deugdelijke werken. Dit grondt de mens op een afgronddiep sterven voor zichzelf en alle schepsels. En Christus zegt hier: ‘Ga met mij naar buiten en op een heerlijke wijze weer naar binnen, volgens de wegen die Ik u ben voorgegaan.’ 

Zo wordt de mens instrument van God, getooid met alle deugd; en hij betoont met al zijn vermogens onderwerping aan de alvermogende, wijze, lieve, eerbiedwaardige God, en aan alle schepsels ter wille van zijn liefde. En daarmee wordt hij binnengebracht en bevestigd in het overwezenlijke, goddelijke leven en in het geestelijke, vooruitgaande leven en in het stervende, werkende leven. 

Dat wordt eerder verkregen door een eenvoudig naar binnen keren dan door verheven beschouwen, eerder door liefdevolle aspiratie dan door zware oefeningen, en eerder door bidden dan door grote moeite van buiten. Daarom zal men zich vooral toeleggen op het wezenlijke naar binnen keren en op de liefdevolle aspiratie met gestaag gebed. 

Want alle goeds en het invloeien van God komt van binnenuit, omdat God in ons is en dichter bij ons dan wij bij onszelf zijn, en zijn inwendige werkzaamheid is ons meer nabij dan ons eigen werk, dat wij verrichten.'



Sporen van God
Kun je iets van God merken ? Misschien wel.
Map
Info