Taal van iconen
Jaren geleden ontmoette ik een vrouw die kort daarvoor haar zoontje aan de wiegendood had verloren. Ze was zo oneindig triest. Het sombere waas dat haar omringde, raakte mij zoals ik zelden was geraakt. Hoewel ik veel afschuwelijker verhalen heb aangehoord, ontwaakte aan haar pijn in mij een eigen onbegrepen pijn. Ze woonde niet ver van mij vandaan en wij bleven elkaar regelmatig zien. Een voorzichtige vriendschap groeide.
In die tijd besloot ik een cursus iconenschilderen te volgen bij een orthodox diaken die les gaf volgens de oude, Russische manier van iconen vervaardigen. Ik hield van schilderen en was nieuwsgierig naar een vorm van christelijke spiritualiteit die mij volkomen onbekend was. Voor deze man is iconen schilderen een wijze van bidden en zo leerde hij het ons. Voordat we aan de slag gingen werden we uitgenodigd tot stil gebed, het vergeven van onze vijanden en het lezen van een regel van toewijding aan de Heer die wij in het schilderen wilden eren. Er waren heilige momenten op die schilderavonden, als we goochelden met eidooiers en kalk en beitels en potjes pigment. Er waren momenten dat we zomaar diep beseften dat de Heer onze wereld van kleur en smaak, van gevoel en lichaam, is binnengekomen. God is niet alleen hoogverheven in een ondoorgrondelijk licht, maar ook nabij, bekleed met ons vlees, met onze angst, met ons plezier.
Want dit is wat iconen ons zeggen: het oude patroon van de daden van God wordt ook in onze tijd, in ons leven voortgezet. De heiligen die wij schilderen wijzen ons op de inwoning van de Geest die ook ons wil bewonen. Het typische iconenlicht is een verwijzing naar de Bron van licht die ook ons wil verlichten. Het contempleren van iconen (het luisterend stil zijn) kan ons een weg wijzen hoe het heil van God nú gestalte en vorm wil krijgen.
Ik vermoedde nog niet dat het de Geest van God zelf was die mij een nieuwe taal aanleerde. Geen enkel idee had ik van de bevrijding die mij door een icoon zou worden aangezegd.
Mijn vriendin kwam maar moeizaam uit de cocon van haar zwart verdriet. Het bleef me een raadsel waarom haar pijn zo belangrijk voor mij was. Haar ups en downs werden mijn ups en downs. Het voelde alsof haar vrijkomen van deze schaduw van de dood ook mijn eigen vrijkomen zou zijn.
Tijdens een periode waarin wanhoop haar beheerste, schilderde ik de 'Moeder Gods van Vladimir' als voorbede voor haar en troost voor mijzelf. Op dit icoon heeft de Moeder Gods dezelfde weerloze blik als die van mijn vriendin: de blik van een moeder die haar kind verliest. Het Kind wordt gedragen door de Moeder, maar tegelijkertijd ondersteunt het Kind de Moeder in haar pijn. Door het schilderen voelde ik me gekend door God die als een moeder pijn lijdt in het lijden van haar kind. Ik voelde me verbonden met het Kind dat niet de pijn van de moeder kan voorkomen, maar het wel draagt.
En plotseling wist ik waarom de ogen van mijn vriendin mij raakten tot op de bodem van mijn ziel. Plotseling wist ik waarom de ogen van de Moeder Gods tot mij spraken. Die blik kende ik immers. Diezelfde blik had mijn moeder toen zij haar zoontje verloor. Mijn moeder die ik niet bij machte was te troosten. Diezelfde ongetrooste pijn kende ik, het diep verborgen leed van een vijfjarig kind, de grote moeder‑zus die haar broertje verloor.
De icoon legde mij uit en wees mij de weg van troost en bevrijding. Het duurde nog bijna een half jaar voordat ik, opnieuw door dit ikoon, begreep dat ik mijzelf schuldig had geacht aan de dood van mijn broertje, zoals kinderen soms doen. Toen pas was er bevrijding en genezing van een oude, volkomen verdrongen wonde.
Er zijn nog meer merkwaardige verhalen over het Woord dat iconen in mijn leven spreken. Telkens weer brengen zij een verbinding tot stand tussen de heilsdaden van God lang geleden en de heelheid die in mijn leven ontvangen wil worden. Dit is de eigenlijke taal van iconen die herontdekt wil worden.
eerder verschenen in Vuur