Het nut van de twijfel


    

‘Ik heb geen antenne voor het geloof’, vertelde iemand mij, toen hij hoorde dat ik predikant ben. Hij keek me aan alsof daarmee de kous af was. Nu was ik niet van plan iemand ergens van te overtuigen, want dat is nooit verstandig als je op een feestje bent. Trouwens, elders ook niet. Dus ik hief het glas en zei: ‘op het onbekende!’ Enigszins aarzelend proostte hij mee, ik vermoed dat hij niet van onbekende zaken hield. Toen keek hij me aan alsof hij toch iets aardigs wilde zeggen en zei: ‘maar het is wel goed om normen en waarden bij te brengen.’ Ik schoot in de lach. ‘Daar begin ik niet aan’, zei ik en nam nog een toastje. Het was best een gezellig feestje.

 Heb je een antenne nodig? Of is geloven een keuze van je wil? Moet je er iets bij voelen, of is het een aanname van je verstand? Als je genoeg geloof hebt, is dan de twijfel verdwenen? En gaat het in de kerk vooral om ‘lief zijn voor elkaar’, zoals één van de tieners het eens spottend samenvatte?

 Ik geloof er niets van dat we in de kerk waarden en normen moeten onderwijzen. We willen iets veel belangrijkers: een scherp bewustzijn dat kan onderscheiden tussen goed en kwaad. Hoe herken ik het goede? Hoe eigen ik dat toe? Hoe leer ik kwaad herkennen en vermijden? Welke weg brengt ons mensen samen verder naar een wereld waar het goed toeven is voor iedereen?We willen wakker worden en wakker blijven, in de wisselingen van het leven.

 Twijfel is noodzakelijk op de weg van het geloof. Twijfel zet vraagtekens bij onze opvattingen. Maar God is geen opvatting. Twijfel legt bloot dat we een mening over God hebben gevormd en dáárin hebben geloofd - en dus niet in God zelf. Twijfel is een Godsgeschenk.

 Geloofstwijfel neem je niet weg door argumenten, want het geloof is geen mening zoals er zovele zijn. Geloven in God is niet hetzelfde als geloven in de dokter, of je pensioenrechten, de economie, de liefde of de wetenschap. God is niet één onder de vele goden van onze tijd. God is de ontmaskeraar als deze zaken afgoden zijn geworden. Jezus onderwees geen waarheid die je wel of niet aan kunt nemen. Jezus was de waarheid in persoon. Als we erachter willen komen of wat hij zei en deed werkelijk Woord van God in levende lijve is, zullen we zijn leven moeten navolgen.

 Het is jammer dat de nieuwe bijbelvertaling het woord ‘discipel’ veranderd heeft in ‘leerling’. Want gaat om meer dan leren: het gaat om worden. Imitatio Christi: in je eigen leven het leven van Jezus uitbeelden. Het leven van Jezus is als een goddelijk sjabloon voor ons: een vorm waarin wij onszelf kunnen (laten) invoegen. Zo worden mensen werkelijk mensen zoals ze bedoeld zijn: naar Gods beeld. Het leven van Jezus leven - in achting en minachting, in leven en sterven, creatief, verzoenend en ontzagwekkend.

 Worden vraagt inoefenen, net zoals leren schrijven, of pianospelen, of misschien zoals fitness je spieren soepel houdt en verkalking voorkomt. Want dat kan ook met het geloof. Geloof groeit uitsluitend en alleen door gebruik. Van God kun je alleen maar houden met je hele verstand en je hele wil, je hele gevoel en je hele lijf, alles tegelijk en volledig. Waarom? Omdat het om worden gaat in ieder deel van onze menselijke mogelijkheden. Met een deel ervan zul je nooit persoonlijk ontdekken waar het eigenlijk allemaal overgaat. Zwemmen leer je niet met één been op de kant. Is het te moeilijk om te begrijpen? Handel dan naar wat je er wél van begrijpt - dat is genoeg.

 In de kerk wordt niet de leer over Christus maar het léven van Christus onderwezen, ingeoefend en ontvangen, via bijbelverhalen, gebeden, lofzang, stilte, feesten en rituelen, in het vieren van verbondenheid met mensen die je niet zelf hebt uitgekozen en door dienstbaarheid aan anderen. Alleen zo mag de kerk hopen soms even ‘lichaam van Christus’ te zijn. Met of zonder antenne. Gezegend met twijfel.

 

Sporen van God
Kun je iets van God merken ? Misschien wel.
Map
Info