LECTIO DIVINA
Lectio Divina, zo heet de manier van bijbellezen die in de kloosters is ontwikkeld. Het is een meditatieve manier van omgaan met de tekst. Bij het lezen van de bijbel gaat het er niet om of je alles snapt wat er precies bedoeld wordt. Het gaat erom of je erdoor veranderd wordt naar het beeld van God dat in je gelegd is: licht en leven, vrede en recht, liefde en trouw.
Er zijn vier stappen.
1. lectio Je leest de tekst langzaam, nauwkeurig en hardop een aantal keren, precies zoals het er staat. Je probeert de woorden echt te laten klinken en te horen, om ze te proeven, zeggen ze weleens. Je bent nog niet bezig met de uitleg, of wat het jou allemaal doet of niet, maar eerst eens gewoon goed lezen wat er staat, en hoe het er staat.
2. meditatio Nu overweeg je de tekst, je mediteert erover, je onderzoekt welke kernwoorden erin klinken en hoe de context ervan is, en hoe het bij jou binnenkomt.
3. oratio Vervolgens breng je je leeservaringen en alles wat er bij je bovengekomen is in een grotere ruimte, de ruimte van het gebed. Gebed heeft met je verlangen te maken. Je stelt je open voor hoe God zelf je wil aanspreken, voorbij aan wat je er allemaal zelf aan hebt bedacht. Je opent je voor creatieve inzichten, voor iets ´van de andere kant´. En je maakt jezelf beschikbaar voor de invloed van God.
4. contemplatio is het moment dat er zo´n creatief inzicht binnenvalt, dat je voorbij je eigen grenzen en beperkte weten wordt meegenomen. Dat kun je niet organiseren, maar het kan je overkomen, als uitkomst van de weg die je bent gegaan in het lezen van de tekst.
En soms wordt daar dan nog een vijfde element aan toegevoegd: actio : de handeling. Je brengt de inzichten die je hebt gekregen, in praktijk. Want daar horen ze getoetst en gezuiverd te worden, steeds weer opnieuw.
Voorbeeld van lectio divina.
Jesaja 30: 15:
Dit zei God, de HEER,
de Heilige van Israël:
‘In rust en inkeer ligt jullie redding,
in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht.’
Maar jullie wilden niet.
1. Lectio. lees de tekst langzaam en hardop door, minstens twee keer. Luister, merk op wat er met je gebeurt, wat gaat er door je heen als je dit hoort? Welk gevoel krijg je ervan? Welk woord springt eruit? Denk er niet over na maar merk het op.
2. Meditatio. Wat wordt er bedoeld met rust en inkeer, denk je? Waaaraan moet je denken bij de zin of het woord dat eruit spring? Waar doet het gevoel dat je bij de tekst heb, je aan denken? Als je aan je eigen leven denkt: waar heb je momenteel geduld voor nodig? Waar vertrouwen? Wat doet die laatste zin met je? Waar denk je aan dan? Waarom ligt er kracht in rust, inkeer, geduld, vertrouwen?
3. Oratio. Luister nog eens naar de tekst en laat het een gebed voor je worden. Zet de dingen die in je meditatie bij je boven kwamen, om in een gebed. En wees dan een tijdje stil.
4. Contemplatio. En misschien valt er zomaar iets bij je binnen, een woord, een inzicht, een diep gevoel. Of niet - maar blijf dan een tijdje in alle stilte in een houding van toewijding en aanbidding aan de Ene die ons verstand te boven gaat.