Lucebert
dit is mogelijk
uit getraliede ogen waaien fonteinen
op het drilgat van het graf af
mooi is het oog dat nog omziet
naar de naakte wind tussen naalden en arken
schoon is de hand die kan wuiven
zonder te ruiken naar afval
en krachtig de hand die het hart houdt
en niet hard wordt
verwarring danst voor de ramen
verwarring roept in de straat
hij die de weg van het woord weet
gaat de weg van het wordende zaad
hij ziet groeien de maan in zijn slaap
tot een zon van vertedering
licht strelend de wind
hij speelt met de elementen
en de elementen spelen met hem
zijn ogen gestolten tot stem
gaan in vruchten ontgrenzende rond
hij danst en verdwijnt en
zingt totdat wij doorschijnend zijn