Interview met een maggida
Shoshanna Brombacher
Interview met Shoshannah Brombacher (61), in Nederland geboren en getogen, maar toen woonachtig in New York. Ze is een Joodse maggidah (prediker, verteller) en kunstenaar.
We spreken elkaar via videoverbinding, maar “liever niet al te vroeg in de ochtend, want ik doe mijn boodschappen bij de 24-uurs super om 2 uur ’s nachts, dat is veiliger vanwege het coronavirus.” Shoshannah woont in Brooklyn en de pandemie is hevig. In haar joodse wijk zijn dagelijks honderden coronagevallen, zo vertelt ze, en in Brooklyn (mei 2020) al meer dan 4500 doden. Om de hoek van haar huis is de begraafplaats, voortdurend in gebruik. We spreken over het thema van Herademing: ‘de heiligheid van de kosmos’. Wat valt daarover te zeggen vanuit Joods perspectief? Wat heeft God te maken met de kosmos, wat betekent heiligheid voor haar, hoe vormt dat haar joodse geloof? En hoe past het virus daarin?
“In het joodse denken is de hele kosmos verbonden met het goddelijke. Eén van onze verhalen vertelt dat het universum eerst één was met God, want God vervulde alles. Toen perkte God zichzelf in, hij trok zich terug en in die lege ruimte sprak hij één Woord: de Adam kadmon, de oermens, een eeuwige, spirituele gestalte. Met het licht daarvan schiep hij de wereld en ordende die in tien ‘vaten’ waarin hij zijn tien eigenschappen (sefirot) goot. Eigenschappen als inzicht, wijsheid, oordeel, barmhartigheid, schoonheid, glorie. De vaten braken en vonken van dat licht verspreidden zich over de kosmos. Dat betekent dus dat in alles van ons universum goddelijk licht verstopt zit, niet alleen in de mens, maar ook in dieren, in levenloze dingen, in ervaringen en ook in een virus. Ook daarin is iets van Gods licht aanwezig en het is aan ons om dat te ontdekken en te bevrijden.
Bach en de tien Sefirot
Na een Bachconcert maakte ik deze tekening. De Sefirot, de prachtige Goddelijke eigenschappen, vormen als een boom een verbinding tussen hemel en aarde. De muziek van Bach vonkt van hun inspiratie.
Er is heiligheid in het universum, niet omdat de kosmos heilig is maar omdat God erin aanwezig is. Alles van het leven heeft een mate van heiligheid voor mij: de kunst is steeds om die kleine vonk te bevrijden. De opdracht van de mens is de tikkoen olam: het rectificeren, verbeteren van de schepping, het herstellen van de gebroken eenheid. Dat wil zeggen: het bevrijden van het goddelijke licht en herenigen met haar Bron. De relatie van de mens met het universum moet daardoor worden bepaald: de tikkoen olam. Dat vertaalt zich natuurlijk in zorg voor de aarde, in respect voor onze omgeving en inspanningen voor een rechtvaardige maatschappij. Wij hebben de taak om de wereld te verbeteren door de eigenschappen van God te incorporeren in de schepping als geheel. Wij zijn hierin Gods partners.
Dat vertaalt zich voor mij als een persoonlijke opdracht: het is mijn taak om die heiligheid, die goddelijke vonk te zien. Om mijn leven en alles wat ik doe zó te beschouwen dat ik zelf aan die heiligheid deelneem. Door op een gunnende manier naar anderen te kijken bijvoorbeeld. Of zelfs door het schoonmaken van mijn badkamer te zien als een heilige handeling, gewijd aan God. Ik vergelijk het met een wijnglas. Als dat glas gebruikt wordt voor kiddoesj, de wekelijkse zegening van God voor zijn schepping, dan staat het apart van alle andere glazen en krijgt het in zekere zin heiligheid.
En het licht in het virus? De vonken worden bevrijd door te doen wat we kunnen doen in deze moeilijke tijd. Anderen helpen. Van jezelf een beter mens maken. De wereld verbeteren door iets nuttigs of aardigs te doen voor mensen die ziek zijn en voor hun families, te beginnen in je omgeving. Je bezinnen op wat je had en wat normaal leek voor het virus toesloeg en dan beseffen dat je op je eigen (kleine) manier moet bijdragen om de wereld mooier en beter te maken. En als je dat al deed, doe dan meer. Dat is vonken bevrijden.
God gaf aan de schepping twee kanten mee, als linkerhand en rechterhand, als water en vuur, elkaar tegenpolen. Aan de ene kant zijn er beperkingen, aan de andere kant is er toelating. Zoals oordeel dat inperkt, en genade dat juist toelaat. De juiste balans vinden of teweeg brengen, dat is de taak van de mens. Evenwicht, door tikkoen dus. Wij hebben een keuze hoe we omgaan met de tegenstellingen in het leven. De Torah, de leefregels van God, wijzen de weg hoe dat te doen. Het is onze verantwoordelijkheid om ons te houden aan de Misjnah, de ethische wetten. Heiligheid en heelheid staan dichtbij elkaar.
Dit is een pasteltekening die ik maakte over de beroemde rabbi Nachman van Breslov en zijn Tikkoen Kelali, een door hem samengesteld psalmenboek. Nachman raadde aan deze tien psalmen dagelijks te bidden in tijden van grote nood, als een tikkoen om de wereld weer in evenwicht te brengen. Volgens de verhalen beloofde de rabbi ook om na zijn dood uit het paradijs terug te komen om zondaren uit de hel te redden. Mits zij de tikkoen kelali dagelijks baden, zijn graf tenminste een keer bezocht hadden, aan liefdadigheid deden (tenminste een cent weggaven) en uiteraard als zij hun vroegere zonden nalieten. Dan zou de rabbi de zondaar aan zijn payos (bakkebaarden) uit de hel trekken. In de tekening kun je dit alles zien.
Onderaan staan de bruggen met de ‘pilaren van wijsheid’ waarop de wereld is gebouwd, en de diepe wateren onder de wereld waar ook de grote zeeslang woont. Deze is beeld van de yetser hora, de kwade neiging (altijd in strijd met onze yetser hatov, de neiging tot het goede). Op de kleine streep tussen water en vuur, de tegengestelde krachten van de wereld, zie je het kleine Oekraiense dorpje Uman waar rabbi Nachman woonde en waar hij begraven is. Zelfs waar water en vuur elkaar raakt, waar het leven moeilijk is, wordt de Torah bestudeerd.
De brug boven aan de tekening refereert naar een beroemd lied van de rabbi: de hele wereld is een smalle brug en het belangrijkste is om niet bang te zijn. Je ziet mensen over deze levensbrug klimmen, naar de Hebreeuwse letters van een mantra (na-nach-nachma-nachman me-uman), gecomponeerd in de 20e eeuw en gebaseerd op de naam van Nachman en het dorp waar hij begraven is. De hele tekening is in tien spiralen getekend, als een verwijzing naar het uitbundige dansen en zingen van de chassidim (de joodse gelovigen) en de tien psalmen.
Er zijn ook specifieke rituelen die we gebruiken om onze relatie tot de schepping vorm te geven. Eens in de 28 jaar bijvoorbeeld is er het gebedsritueel birkat hachamah, de zegening van de zon. Dat is niet omdat we zonaanbidders zijn, maar omdat we God willen danken dat hij de wereld zo mooi geordend heeft. Volgens de Talmoed staat de zon namelijk eens in de 28 jaar op precies dezelfde plek als tijdens de schepping.
Natuurlijk is onze wekelijkse sjabbatsviering de belangrijkste verwijzing naar hoe we met de schepping behoren om te gaan. Eén dag van de zeven dagen wordt gewijd aan God en danken wij Hem. Want dat is het hele doel van de schepping zoals verteld wordt in het bijbelboek Genesis. God danken en eren: daar loopt de schepping op uit. Elke sjabbatsviering begint met het zegenen van de wijn met (in het Hebreeuws).
Kiddoesj tijdens de sedermaaltijd
Het begint met de woorden uit Genesis 2: En het was avond en het was ochtend, de zesde dag. En de hemel en de aarde en alles wat ze vervult waren voltooid. En op de zevende dag voltooide G-d het werk dat Hij had verricht, en Hij onthield zich op de zevende dag van al het werk dat Hij had verricht. En G-d zegende de zevende dag en Hij heiligde die, want daarop onthield Hij zich van al zijn arbeid - van de handeling van de schepping die G-d had verricht.
Daarna spreken we dit gebed uit:
Gezegend zijt Gij, de Heer onze God, Koning van het heelal, de Schepper van de vrucht van de wijnstok. (Amen)
Gezegend zijt Gij, Heer onze God, Koning van het heelal, die ons geheiligd heeft door Zijn geboden, welgevallen aan ons heeft, en ons met liefde en goede wil Zijn heilige Sabbat als erfdeel heeft gegeven, als een herinnering aan de daad van de Schepping. Want het is de eerste van de heilige bijeenkomsten, ter herdenking van de uittocht uit Egypte. Want U hebt ons uitverkoren, U hebt ons geheiligd uit alle volkeren, en met liefde en goede wil hebt U ons begiftigd met Uw Heilige Sabbat. Gezegend zijt Gij, Adonai, die de Shabbat heiligt. (Amen)
Zo danken wij God elke week weer voor zijn schepping.”
Interview door M. Vonkeman, eerder verschenen in Herademing
For strangers passing through, door Shoshanna Brombacher
Dit is een prachtig uitgeven boek vol Engelstalige chassidische verhalen uit de 18e of 19e eeuw. Ze worden verteld én geïllustreerd door maggida (verteller) en kunstenaar Shoshanna Brombacher. Dit jaar publiceert zij ook in Herademing. Zij is van Nederlandse komaf, maar woonde en werkte lang in New York. De verhalen zijn soms bekende maar vaak onbekende korte anekdotes van Joodse rabbi’s en hun wijze levenskunst. Deze beoogt het verlossen van de goddelijke vonken die in elk onderdeel van het bestaan opgesloten zijn. Iedere veelkleurige illustratie versterkt de dynamiek van de vertelling. Dat is ook de reden waarom de schrijfster speelt met de manier waarop de tekst is weergeven. Achter in het boek is een biografie opgenomen van de aangehaalde rabbi’s en een uitleg van de gebruikte joodse of jiddische woorden. Een inspirerend boek dat eindeloos kijkplezier geeft! Te bestellen via Amazon.nl.
MV