ADVENTSICONEN
Advent: we verwachten dat wat gaat komen: de geboorte van Christus. Maar wat heeft dat van doen met ons? Ik wil u meenemen in het luisteren naar de uitleg die iconen ons daarover geven. Iconen worden niet geschilderd maar geschreven want ze zijn verkondiging, preek. Ze worden wel vensters van de eeuwigheid genoemd. Alsof het licht van de eeuwigheid even op ons valt, wij, de mensen die naar iconen kijken. Het iconenlicht valt dan ook altijd van boven. Icoon betekent: beeld, afbeelding, het is het woord dat in de bijbel gebruikt wordt voor Christus, die het beeld is van de onzichtbare God. Iconen willen afbeeldingen zijn van wat onzichtbaar is, namelijk dat Woord van God dat vlees wil worden, dat gestalte wil krijgen in midden in onze aardse werkelijkheid.
De engel Gabriel, gabber van God, vriend van God, betekent dat, komt aangevlogen. Je ziet hem een beetje zweven boven de aarde. Dat is nu eenmaal zo met dat hemelse, het staat niet met beide benen op de grond. Engel betekent boodschapper, en hij draagt de boodschappersstaf. Hij komt het woord van God naar Maria brengen. Nu weten de meesten van u vast wel dat een woord van God niet zomaar een woord is maar een ‘dabar’, een daadwoord: een woord dat bewerkt wat het zegt. Gabriël zegt: ‘Gegroet Maria, je bent vol van genade, de Heer is met je’. Dat is het woord dat God wil bewerken in Maria. Dat ze zo vol van genade wordt dat God zelf in haar een woonplaats vindt.
En dat is ook de bedoeling voor jou en mij, zegt dit icoon en de oosterse kerk. Dat ook wij woonplaats van God worden en Christus de wereld in baren – of je nu een vrouw of een man bent..
Al schilderend kwam dit besef weer diep binnen bij mij. En misschien ook wel bij jou als je bij dit icoon mediteert.
De oosterse kerk viert deze aankondiging in maart, negen maanden voor kerst. Hun kerkelijk jaar is ook anders dan bij ons in het westen: het begint op 8 september met de geboorte van Maria en eindigt met haar sterven op 15 augustus. Waarom? Maria is het beeld van de kerk die geroepen is om het leven van Christus uit te beelden. De kerk en wij als gelovigen worden getrokken in het spoor van Jezus: geboorte, doop, sterven, verrijzenis, hemelvaart, uitstorting van de Geest. Dat is het spirituele of geestelijke ritme waarop de kerk en de gelovige leeft, of we het nu helemaal doorhebben of niet.
Je zult zwanger worden, de heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Maria heft gelijk haar handen afwerend op – zwanger worden van iemand anders dan mijn echtgenoot? Geroepen worden op een manier die ik aan niemand uit kan leggen en toch gaan? De bekende weg verlaten voor een onzekere toekomst? Misschien heb je zelf weleens zoiets meegemaakt. Iets dat vertrouwen vraagt in het onmogelijke. In mijn ervaring krijgt bijna iedereen weleens zo’n soort aankondiging in het leven – en afweer is de eerste reactie. Maar wellicht niet de laatste.
Kijk eens bij jezelf: heb je ooit zoiets meegemaakt, iets dat meer vertrouwen vroeg dan je dacht dat je had?
De Heilige Geest in de vorm van een duif daalt neer en Maria ontvangt de moed van de overgave, en wordt draagster van genade en barmhartigheid. De oosterse liturgie zingt: God maakte in zijn liefde tot de mens, de mens tot menselijke hemel. Dat is ook jouw en mijn bestemming.
Moeder Gods van het teken
Deze icoon heet: Moeder Gods van het teken. Het stelt het moment van de conceptie voor. Ik zal u een teken geven: de maagd zal zwanger worden en een zoon baren. De oudste vorm van deze afbeelding stamt als uit de 5e eeuw.
In de 5e eeuw op het kerkconcilie van Efeze werd aan Maria de titel: Moeder Gods gegeven, en zo heet ze op alle iconen. Mater Theou, de Griekse letters zie je boven in staan. De drie sterren zijn misschien een teken van de Drie-eenheid. Of, en die uitleg hoor je het meest, ze geven aan dat ze maagd was, voor, tijdens en na de bevalling, zoals de traditie voorschrijft. Voor haar en Jozef hoop je natuurlijk dat dat niet het geval was, maar dit dogma, zoals ieder theologisch dogma, gaat uiteraard over een spiritueel principe: de zuiverheid van absolute toewijding aan God. Niets anders bewoog Maria dan God zelf, dat is wat de leer van de maagdelijke geboorte beoogt te zeggen. Ze staat in de orante houding, een gebedshouding van open en ontvangende handen. Want bidden is niets anders dan jezelf openen om God te ontvangen.
Ze doet voorbede voor jou en mij, voor een wereld die zich steeds weer verwijdert van haar eigen bron en geheim. Mediteren bij dit icoon doet mijn hoop weer opvlammen voor onze wereld.
Twee engelen, cherubim, met zes vleugels, staan aan weerzijden.
Dat herinnert aan de ark die Mozes liet maken, in het eerste testament: een kist waarin de twee stenen tafelen met de tien geboden lagen, het verbondsteken tussen God en zijn volk. Twee cherubim stonden op het verzoendeksel, daar tussen verbleef de wolk van Gods nabijheid. Daarin herkende de oosterse kerk al vroeg een beeld van Maria, draagster van het nieuwe verbond. Zij is als het nieuwe verzoendeksel, de plek van genade. Ook in het brandende braambos zagen ze een voorafschaduwing van Maria: het vuur van de heilige kwam in haar maar verteerde haar niet.
Die vergelijking heeft mij altijd erg aangesproken omdat ik God vaak als een brandend vuur heb beleefd. Deze tekst stond zelfs op het eerste kerkje waar ik predikant was. Het trof me dan diep om dit icoon tegen te komen – alsof het de rode lijn in mijn leven onderstreepte.
En dan het Kind, vanaf de conceptie al een jonge wijze man, als aanwijzing van zijn goddelijkheid, met een hand die zegent en een boodschap van goed nieuws voor de wereld. Hij is omgeven door een cirkel, soms is dat een ovaal, een mandorle. Dat is een archetypische manier om hemelse glorie te verbeelden. Een stralende ruimte vol sterren. Denk er eens over na: in ons, iets als een hemelse ruimte – een plek waar het Christuskind ontvangen wordt.
Dit icoon wordt ook wel platytera genoemd: wijder, ruimer, betekent dat. Maria heet de Platytera ton ouranon: wijder dan de hemelen. Want zij bevat wat niet te bevatten is, de God boven alle goden, wijder dan alle hemelen, wordt omvat in haar. Daarom schilderde ik het zo dat het blauw uitdijt tot overal om haar heen. Als een hart dat de wereld kan omvatten. Als jouw en mijn hart, als Christus in ons woont. Dat kan helpen als je weer eens benauwd raakt van al het wereldnieuws. In ons is iets dat ruimer is dan de kosmos – het oneindig ruime hart van het Christuskind dat in ons zijn woonplaats heeft.
Etty Hillesum schreef in haar oorlogsdagboek: Men mag best soms treurig en terneergeslagen zijn over het ons aangedane, dat is menselijk en begrijpelijk. Maar toch: de grootste roof aan ons plegen wij zelf. Ik vind het leven mooi en ik voel me vrij. De hemelen binnen in me zijn even wijd uitgespannen als boven me. Ik geloof aan God en ik geloof aan de mensen en ik durf het langzamerhand eerlijk te zeggen zonder valse schaamte.”
Kom Heer, kom spoedig en maak uw woonplaats ook in ons. Wij verlangen naar u. Amen.